Inclusie is een belangrijk speerpunt van de Prins Willem van Oranje school in Terneuzen. “Als school zijn we een weerspiegeling van onze maatschappij en daar hoort inclusie bij. Zowel in de leerlingen, als in onze medewerkers.” vertelt Ronaut den Hollander, directeur van de school.

Inclusie op de werkvloer is niet binnen iedere organisatie vanzelfsprekend. Voor Ronaut is het niet meer weg te denken binnen het beleid van de school. “Ik vind het heel belangrijk dat iedereen mag deelnemen aan onze maatschappij. Daar hoort ook een passende baan bij. Die bieden we hier aan een gedetacheerde medewerker van Dethon. Het resultaat? Een win-win situatie voor beide partijen.

Kleine aanpassingen 

Volgens Ronaut is het niet ingewikkeld om een inclusieve werkgever te zijn. Met slechts een aantal aanpassingen in je personeelsbestand draag je als organisatie je steentje bij. “Het zit hem in de kleine dingen. Onze gedetacheerde medewerker, Claudia, is een belangrijk onderdeel van ons team. Vanaf dag één noemen de leerlingen haar ‘juf Claudia’ en heeft ze haar eigen werkplek en e-mailadres. Het zijn kleine aanpassingen die maken dat iemand zich welkom en gewaardeerd voelt.”

 

"Medewerkers als Claudia helpen en ondersteunen onze school op ontelbare manieren. Een ontzettend waardevolle collega dus!"

Ronaut

Tijd voor kerntaken 

“Dankzij Claudia hebben de leraren meer tijd om zich te focussen op hun kerntaak, namelijk: voor de klas staan. Bijvoorbeeld wanneer een leerling ziek is, belt Claudia de ouders. Het kind wacht samen met Claudia tot hij of zij wordt opgehaald. De leraar kan ondertussen de les hervatten en het kind is geholpen door een vertrouwd gezicht. Medewerkers als Claudia helpen en ondersteunen onze school op ontelbare manieren. Een ontzettend waardevolle collega dus!

Ondersteuning door Dethon 

De gedetacheerde medewerkers worden begeleid door zowel de werkgever, als de detacheringsconsulent van Dethon. “Binnenkort komt de detacheringsconsulent van Dethon weer langs. We evalueren samen met Claudia hoe de afgelopen periode is verlopen. Wat kan er beter, en wat gaat er goed. Ook voor mij als werkgever is er ruimte om aan te geven hoe ik de samenwerking vind verlopen en waar mogelijk behoefte aan is. Deze samenwerking draagt bij aan het succes van een detachering.”